JC Blaak
beeldend kunstenaar

Panta Rhei

De afzonderlijke werken van een kunstenaar voegen zich in retrospectie samen tot een eenheid. In een harmonieus oeuvre herken je, in alle afzonderlijke werken, de hand van de maker. Het oeuvre van de kunstenaar J.C. Blaak is onmiskenbaar harmonieus, in alle werken ervaar je de specifieke attitude van de kunstenaar die zich steeds verder ontwikkelt.
Harmonie alleen is echter niet voldoende om een oeuvre interessant te maken. Een bepaalde spanning in het geheel, maar ook in de afzonderlijke werken, tilt kunst uit het clichématige. Veranderingen en vernieuwingen zorgen voor deze noodzakelijk spanning die een oeuvre levendig maakt. Iedere kunstenaar heeft momenten waarop hij oude opvattingen en werkwijzes verlaat. Vernieuwingen blijken echter in retrospectie zelden totale breuken in een oeuvre. In alles wat de kunstenaar doet, neemt hij tenslotte zichzelf, zijn gedrevenheid en attitude mee.

De Rotterdamse kunstenaar J.C. Blaak, beleefde in zijn loopbaan diverse breukmomenten. In de beginperiode was het vooral de 'minimal art' die hem inspireerde. Hij werkte eerst met staal en vervolgens met hout. Al snel verliet Blaak het minimale gedachtengoed omdat hij besefte dat kunst onderdeel uitmaakt van de wereld waarin wij leven. Minimal art ontkent dit. De bouwkunst vormt de bron waaruit Blaak sindsdien put. Andere materialen waaronder glas kregen een plek en zorgde voor meer transparantie. Heel belangrijk in zijn oeuvre zijn beeldende reflecties op torens en bruggen. De toren verheft zich boven het dagelijkse op zoek naar overzicht, terwijl de brug zich verheft om een stuk verder weer neer te dalen en zo 'te overbruggen'. Kunst reikt naar het hogere, maar bereikt dit nooit; het is gegrondvest in het aardse bestaan. Als metafoor is de brug daardoor voor het kunstwerk krachtiger dan de toren. De brug verheft zich maar daalt uiteindelijk. De brug is tevens een metafoor voor de reflectieve activiteit van onze geest. Ieder beeld is een visuele reflectie op een onderwerp dat de kunstenaar raakt. Hij licht dit onderwerp uit de banaliteit, door het in het kunstenveld te plaatsen. Maar uiteindelijk blijkt het kunstenveld onderdeel van het publieke domein. Galeries, musea de openbare ruimte zijn tenslotte vrij toegankelijk. De uiteindelijke functie van een kunstwerk is dat het zich in de reflectie verbindt met een ieder die ervoor open staat.

Een brug heeft nog andere connotaties. Het is zowel doorgang, overgang en verbinding. Boven de brug vindt de verkeersstroom plaats, eronder beweegt het water. Beweging is synoniem voor verandering. Panta Rhei (alles stroomt) zei de Griekse filosoof Heraclitus ruim 2.500 jaar geleden, waarmee hij bedoelde ‘alles verandert’. Over de brug loopt de stroom en eronder ook. Kunst verandert maar ook de reflectie en het denken over kunst. Kunstenaars spelen hierin een grote rol, door steeds hun grenzen te verleggen.
Tegenwoordig vervaardigt Blaak zijn bruggen, torens en architectonische vormen uit K'nex; een constructiemateriaal voor kinderen. Hij bouwt hiermee grote installaties die hij vervolgens weer afbreekt om hetzelfde materiaal te gebruiken voor nieuwe beelden. Het is een constante zoektocht naar verandering in beeldtaal. Zijn meest recente werk, een brug waar je daadwerkelijk op kan lopen, ontwikkelde hij door middel van publieksparticipatie. In de kinderkunsthal 'Villa Zebra' te Rotterdam werkte hij eraan tijdens de openingsuren. Waardoor hij persoonlijk met het publiek in contact trad en geënthousiasmeerde toeschouwers vervolgens deelnamen aan de opbouw. Publiek is hier onderdeel van het beeld.

Astrid Tanis